Snipperdagen
Doelgroep:
Leerlingen uit het 4e leerjaar Lesdoelen: Bouwstenen: wie - wat - waar
Leerplandoelen:
Eindtermen:
|
Lesverloop
FASE 1 - VERKENNING (10') Heb je zin om mee te spelen? Ja, tof! De kinderen staan per twee. De ene doet een voorstel: “Gaan we vliegen?”. De ander zegt: “Ja, tof!”. Waarop de twee gaan uitbeelden dat ze vliegen. Na een tijdje doet de ander een voorstel. Het mogen concrete dingen zijn (springen, rollen, de muur tikken…) of fantasierijke uitbeeldopdrachten (een slagroomtaart opeten, de Mount Everest beklimmen, net als Assepoester onze schoen verliezen na een bal…). De leerkracht doet het eerste voorstel (vliegen) voor met een leerling uit de klas en laat die vervolgens zelf een voorstel doen. Daarna doen alle andere leerlingen ook mee. De leerkracht kan stimulansen geven door te vragen activiteiten van op de speelplaats uit te beelden, van in de sport, of van fantasierijke activiteiten te verzinnen (en daar dan ook eerst zelf een voorbeeldje van te geven ter inspiratie van de leerlingen). Als ik later groot ben... In het midden van de zaal liggen een aantal hoofddeksels en attributen die typisch zijn voor een bepaald beroep (vb. de deegrol van de bakker, de plastieken potjes van bij de slager, de koksmuts, het haarnetje van de fabrieksmedewerker, de aktentas van de kantoorbediende, enz.) De leerlingen werken terug in groepjes van twee. Ze kiezen (zonder het te verklappen) een van de attributen uit en beelden een dag uit uit het leven van die persoon. De andere raadt over wie het gaat. Daarna worden de rollen omgedraaid. Dit gebeurt een paar keer. De kinderen die willen, mogen een van hun sketches ook voor de klas doen. De leerkracht stimuleert door vragen te stellen over het werk van het beroep dat ze zullen uitbeelden (hoe ga je naar je werk, wat doe je allemaal op een dag, wat heb je daarvoor nodig...). Als variant mogen ze vanaf de tweede keer geen woorden meer gebruiken. FASE 2 - VERDIEPING-KERN (30'): EEN DAG UIT HET LEVEN VAN... Een dag uit het leven van... jezelf!
Een dag uit het leven van... je ouders! Hoe ziet een dag van een volwassene eruit? Waarin verschilt die van die van jou? Wat zijn de typische dingen die jouw ouders mogen of moeten doen? Bijvoorbeeld: met de auto rijden, documenten invullen en ondertekenen, betalingen uitvoeren, koken, jezelf opmaken, een feestje organiseren, in de tuin werken, ...
En toen gebeurde er iets vreemds! Maak de acties nog interessanter door een aantal acties te veranderen, want niks loopt zoals je verwacht had.
FASE 3 - EINDOPDRACHT - VERWERKING (20'): ALLEEN IS MAAR ALLEEN Werk hiervoor met drie samen. Bedenk een dag uit het leven van een persoon naar keuze. Wat doet die allemaal op een dag? Welk beroep oefent hij uit? Wat maakt hij mee? Zorg voor een interessant verhaal. Gebruik de hele ruimte. Oefen dat allemaal samen in. Beeld het verhaal nu opnieuw uit, maar begin allemaal tegelijk en probeer gelijk te blijven. Zoek manieren om duidelijk te maken aan elkaar hoe lang je ergens moet wachten of wanneer je terug moet inzetten. Dat kan door heel goed te kijken natuurlijk, maar ook door subtiel een hint te geven, door een klein snufje, een tik op de grond of een iets luidere ademhaling. Speel vervolgens nog eens allemaal samen jullie dag uit het leven van, maar begin allemaal op een andere plaats in de ruimte. Het is leuk als jullie parcours elkaar soms kruisen. Lukt het goed? Speel het dan maar voor publiek! |